Woningtype en bouwjaar bepalend voor waardestijging
Geplaatst op 19 november 2025
Iedere update over de woningmarkt laat het zien, de gemiddelde prijsstijging zegt maar een deel van het verhaal. In de praktijk pakt de waardestijging voor iedere woning anders uit. Het type huis en het bouwjaar bepalen namelijk een groot deel van hoe hard jouw woning in waarde stijgt. De nieuwste Calcasa-cijfers laten dat heel duidelijk zien. Hieronder lees je wat er opvalt en wat dat betekent voor jou als huiseigenaar.
Vrijstaande woningen voeren de lijst aan
Vrijstaande en halfvrijstaande woningen zijn de duidelijke winnaars in deze WOX-ronde. Hun waarde steeg gemiddeld met 7,9% op jaarbasis. Daarmee doen ze het beter dan het marktgemiddelde en ook beter dan de andere woningtypen.
Opvallend is dat bijna alle bouwjaren binnen dit segment goed presteren. Vrijstaande woningen uit de periode 1945–1979 stijgen het hardst met 8,2%, maar ook nieuwere woningen (na 2000) noteren met 8,1% een stevige plus. Duidelijk is dat ruimte en privacy nog altijd in trek zijn en dat deze voorkeur zich vertaalt naar een stevige waardestijging.
Rij- en hoekwoningen blijven stabiele stijgers
Rijwoningen en hoekwoningen - de grootste categorie in Nederland - staan er opnieuw goed voor. Ze stijgen gemiddeld 7,5% per jaar. Dit is een stijging rond het landelijke gemiddelde. Woningen uit 1945–1979 doen het het best (+8,2%), gevolgd door bouwjaren 1980–2000 (+7,9%). Nieuwere huizen stijgen iets rustiger, maar blijven alsnog ruim boven de 7%. Dat oudere rijwoningen zo goed presteren, komt waarschijnlijk doordat ze vaak in populaire wijken met veel voorzieningen in de buurt.
Appartementen stijgen het minst, vooral de oudere
In de appartementenmarkt is het beeld wat gematigder. De gemiddelde jaar-op-jaar stijging komt uit op 6,2%, duidelijk lager dan bij eengezinswoningen. Vooral oudere appartementen blijven achter, exemplaren gebouwd vóór 1944 stijgen slechts 4,8% in waarde.
Appartementen uit 1945–1979 doen het verrassend goed met 7,6%, terwijl de bouwjaren daarna tussen 6,2% en 6,7% zitten. Het verschil komt waarschijnlijk doordat oudere appartementen vaker met een lager energielabel kampen of onderhoudsachterstand hebben. Tegelijkertijd blijft de vraag in steden hoog genoeg om recente appartementen goed overeind te houden.
Factor bouwjaar steeds belangrijker
Naast het woningtype speelt het bouwjaar zelf ook een belangrijke rol bij de waarde van woningen. Enkele conclusies zijn:
- Woningen uit 1945–1979 het hardst stijgen (+8,0%).
- Nieuwbouw vanaf 2000 en woningen uit 1980–2000 stabiel rond de 7,2% zitten.
- Vooroorlogse woningen gemiddeld het minst stijgen (+5,6%).
Vooral de uitschieter bij oudere appartementen verklaart die lagere gemiddelde groei van vooroorlogse bouw. Uiteraard spelen onderhoud, isolatie en wooncomfort een grotere rol naarmate woningen eerder in de tijd gebouwd zijn.
Wat kun je hier als huiseigenaar mee?
De cijfers geven geen koop- of verkoopadvies, maar ze helpen wel om beter te begrijpen hoe jouw woning zich ontwikkelt. Misschien denk je na over verduurzaming, verbouwen, oversluiten of verhuizen. Dan is het waardevol om te weten of jouw woningtype het juist extra goed doet in de markt of dat er nog winst te halen valt met verbetering.
Eén ding is duidelijk: woningtype en bouwjaar zijn geen bijzaak, maar belangrijke indicatoren voor de waardestijging. En met de kwartaalcijfers van Calcasa op zak kun je jouw eigen positie beter inschatten dan met alleen een algemeen marktbericht.
